Een van de vestingen in het Zeeuwse gedeelte van de Zuiderfrontier, steunpunt aan de oostzijde van Staats-Vlaanderen. |
|
Geschiedenis
… tot 1701
De vestingbouwkundige geschiedenis van de vesting Hulst begint rond 1341. Er is dan sprake van een aarden wal met gracht rond de stad. In de loop van de tijd worden deze vestingwerken stukje bij beetje verbeterd. Tussen 1618 en 1621wordt er een compleet nieuwe omwalling aangelegd volgens het Oud-Nederlandse stelsel. Deze bestaat uit aarden wallen met negen bastions, drie poorten en een voorgelegen dubbele gracht met daartussen een enveloppe. In 1645 valt de vesting definitief in Staatse handen na daarvoor diverse malen door Spaanse troepen ver- en heroverd te zijn.
1701 tot 1795
Omstreeks 1700 werden, op advies van de vestingbouwer Menno van Coehoorn, de ravelijnen verbeterd. Tijdens de Oostenrijkse successieoorlog valt in 1747, na een kort beleg, de vesting in Franse handen. Na afloop van deze oorlog werd de vesting hersteld. In de daarop volgende jaren werden enkele stadspoorten verbeterd. In 1794 valt de vesting opnieuw in Franse handen.
1795 tot 1830
Tijdens de Franse periode na 1794 verloor de vesting zijn functie. Nadat de Franse bezetting in 1814 beëindigd is bevestigd koning Willem I in 1816 de opheffing van de vesting.
1830 tot 1874
In 1830 valt de stad korte tijd in handen van Belgische opstandelingen. Begin 1830 worden er tijdelijk weer Nederlandse troepen in de vesting gelegerd.
1874 tot ….
–
Woonplaats: Hulst
Ligging: aan de oostzijde van Zeeuws-Vlaanderen
|
Aanwezig: hoewel er in de loop der tijd verschillende aanpassingen aan de vestingwerken gedaan zijn om de stad beter toegankelijk te maken zijn de vestingwerken van Hulst nog goed beleefbaar. Van de vroege vestingwerken is de in 1506 gebouwde Bollewerckpoort nog aanwezig. Deze was verdwenen onder de vestingwerken van 1641 en is in 1957 weer opgegraven.