De vesting Aat

een van de vestingen die deel uitmaakte van de Wellingtonbarrière.  
De vesting Aat in de periode 1817-1830. Tekening: David Ross

Geschiedenis

… tot 1701

Aat werd in 1166 gesticht en groeide uit tot een belangrijk regionaal centrum. Graaf Boudewijn IV liet er het kasteel Burbant bouwen, een indrukwekkende vestingtoren die tot op heden bewaard is gebleven. De eerste stadsomwalling dateert van rond 1320-1325. Deze omwallingen werden daarna nog enkele keren verbeterd en vergroot. In 1540 werd de vesting door de spanjaarden verder gemoderniseerd. Franse troepen van Lodewijk XIV veroverden de stad in 1667. Naar ontwerp van de Franse vestingbouwer Vauban kreeg de stad nieuwe vestingwerken bestaande uit een octogonale ommuring met 8 bastions. De vestingwerken uit deze periode zijn nog mooi zichtbaar op het Plan Relief uit 1697 dat in Lille te bezichtigen is.

1701 tot 1795

In het begin van de 18e eeuw werd Aat veroverd door geallieerde troepen en vanaf 1715 ging het deel uitmaken van de Staatse barrière in de Zuidelijke Nederlanden. In 1745 viel de vesting opnieuw, maar nu voor korte tijd, in Franse handen. Zij lieten daarna de vesting voor een groot gedeelte ontmantelen.

1795 tot 1830

Na de vereniging van de Zuidelijke Nederlanden met Nederland ging Aat deel uitmaken van de Wellington barrière. Onder leiding van Nederlandse ingenieurs werden de gedeeltelijk gesloopte vestingwerken van Aat hersteld en verbeterd. Uit deze periode dateert waarschijnlijk ook de bomvrije kazerne die rond 1970 gesloopt is. Op de hoogte ten westen van de stad werd het fort Mont Feron gebouwd.

1830 tot 1874

na 1830 kwam de vesting in Belgische handen en behield het nog een tijdje zijn militaire functie. In 1852 komt daar uiteindelijk een einde aan.

1874 tot ….

Woonplaats: Aat (Frans: Ath)

Ligging: in het noorden van de provincie Henegouwen, in het zuidwesten van België.

Aanwezig: van de vesting resteert alleen nog een gedeelte van het bastion Vlaanderen (Rijksmonument).

De vesting Aat in de periode 1817-1830. Tekening: David Ross