Vesting in het noordwesten van Brabant aangelegd om de zuidoostelijke oever van het eiland van Ruigenhil te beschermen. |
![]() |
Geschiedenis
… tot 1701
In 1581 werd begonnen met de aanleg van de eerste verdedigingswerken van Klundert. Deze geïmproviseerde werken werden rond 1600 vervangen door nieuwe vestingwerken. De stad kreeg een vestingwal met zeven bastions en twee halfbastions. In de periode 1624-1629 werden voor de poorten ravelijnen aangelegd en werd de stad omsloten door een enveloppe. Aan de overzijde van de Moye Keene werd het kroonwerk Suikerberg aangelegd. Voor dit kroonwerk kwam een hoornwerk te liggen.
1701 tot 1795
Tussen 1705 en 1710 kreeg de enveloppe rondom de stad een aantal wapenplaatsen. Het hoornwerk voor het kroonwerk Suikerberg werd vervangen door een enveloppe met twee wapenplaatsen op de inspringende hoeken. Op de plaatsen waar de polderdijken op de enveloppe aansloten werden stenen beren aangelegd. Door het dichtslippen van de Moye Keene werd het noodzakelijk het kroonwerk met de stad te verbinden. Deze verbinding werd rond 1776-1779 nog een keer verbeterd. In 1793 werd de stad door Franse troepen ingenomen.
1795 tot 1830
De vesting verloor in 1809 zijn vestingstatus.
1830 tot 1874
–
1874 tot ….
–
Woonplaats: Klundert
Ligging: ten zuidoosten van de vesting Willemstad.
|
Aanwezig: van de vestingwerken van de stad resteren voornamelijk het noordwestelijk gedeelte met stenen heul (sluis), de voorliggende gracht en een gedeelte van de enveloppe. In het zuidoosten liggen de restanten van het kroonwerk Suikerberg en de voorliggende enveloppe met een van de stenen beren. Deze beer wordt ook wel naar de twee monniken op de beer de “Stenen Poppen” genoemd.
